Ook voor sportievelingen is de Dordogne een walhalla. Een paradijs voor mountainbikers, kanovaarders (556 km rivier), wandelaars (meer dan 600 routes), vissers en golfers (meer dan 10 banen van 9 tot 27 holes). En ook te paard valt er in de Dordogne veel te beleven.
De Dordogne-Périgord kent geen grote steden, en juist daarin schuilt haar charme. Het landschap wordt gekenmerkt door een mozaïek van kleine stadjes en authentieke dorpjes, elk met een eigen karakter, geschiedenis en sfeer – stuk voor stuk het ontdekken waard.
De hoofdstad Périgueux is een echte Ville d’Art et d’Histoire, met indrukwekkende Gallo-Romeinse overblijfselen, middeleeuwse steegjes en elegante renaissancehuizen. Ook Sarlat en Bergerac dragen deze eretitel met trots. Sarlat heeft het grootste aantal beschermde gebouwen van Europa – 253 panden en 77 monumenten – en lijkt op sommige plekken regelrecht uit de middeleeuwen te komen. Bergerac is geliefd om zijn wijnen én om Cyrano, de beroemde held met de grote neus.
Ook kleinere plaatsen zoals Brantôme-en-Périgord (bijgenaamd het ‘Groene Venetië van de Périgord’), Nontron (bekend van de traditionele messen), Saint-Aulaye-Puymangou, Excideuil en Saint-Cyprien zijn charmante bestemmingen waar je de rust en het echte Franse leven nog vindt.
De Dordogne telt bovendien het hoogste aantal dorpen met het label Les Plus Beaux Villages de France – een erkenning voor perfect bewaard gebleven middeleeuwse dorpen, vaak op een heuveltop of langs een rivier, waar je je in een ander tijdperk waant.